Proeftuin AevesBenefit en Emeritor
Richard Lennartz is allergisch voor gesputter
Als je als leverancier geen eigen, bestaande activiteiten kunt inzetten om social return te realiseren, dan moet je het wiel zelf uitvinden. Hoe doe je dat en wat kom je dan tegen? Inkooporganisaties AevesBenefit en Emeritor slaan de handen ineen.
‘We hebben een periode gehad dat bij SROI-kandidaten met de juridische meetlat werd gekeken of hun afstand tot de arbeidsmarkt wel groot genoeg was om te passen in de regeling. Die scherpslijperij is gelukkig verleden tijd’, zegt Richard Lennartz. Hij is directeur UBR|HIS (Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk).
Ambtenaar en regels
Lennartz is blij met de verruimde regeling SROI 2.0 Maatwerk voor mensen, die het veel meer aan opdrachtgever en opdrachtnemer zelf overlaat hoe ze social return invullen. Lennartz: ‘Ik ben als ambtenaar natuurlijk niet tegen regels. Maar als ik me alleen maar aan de regels houd, kom ik niet vooruit.’
Wim Nieland, directeur van AevesBenefit, en Edwin Bijlsma, directeur van Emeritor, knikken instemmend. Nieland: ‘Je hebt iemand als Richard nodig die zegt: we gaan het gewoon doen.’ De beide inkooporganisaties – ze zijn concurrenten en collega’s tegelijk - slaan de handen ineen om, samen met UBR|HIS, social return te creëren.
Alle facetten
In hun proeftuin volg je, als kandidaat op mbo+-niveau, in negen maanden een traject waarin je alle facetten van het werk als inkoper leert kennen. Van operationeel inkopen tot contractmanagement tot Europees aanbesteden. De inkooporganisaties begeleiden je met coaching, trainingen en een vaste begeleider. Tegelijkertijd doe je bij UBR|HIS werkervaring op en word je ook daar gekoppeld aan een buddy.
‘Je hebt iemand nodig die zegt: we gaan het gewoon doen!’
Uit de kaartenbak
De eerste kandidaat staat in de startblokken. De tweede volgt binnenkort. Bijlsma: ‘De eerste is een man van 54 die in zijn leven veel heeft ondernomen – van make-up verkopen op de Albert Cuyp tot patenten aanvragen. Maar dat is ook een paar keer flink fout gegaan. Nu zit hij in de kaartenbak bij UWV en komt hij daar normaal gesproken niet meer uit.’ Nieland: ‘Maar als je met hem in gesprek gaat, merk je dat hij veel kan en gemotiveerd is. Dus, we gaan het proberen.’ Lennartz: ‘De intentie is dat je na negen maanden klaar bent voor betaald werk als inkoper. Dat hoeft niet per se bij ons te zijn. Al is dat wellicht wel mogelijk – de behoefte aan inkopers is groot binnen het Rijk.’
Kandidaten vinden
Het vinden van kandidaten was geen sinecure. Nieland en Bijlsma klopten aan bij verschillende werkgeversservicepunten (WSP’s). Beiden: ‘Er zijn grote verschillen. Bij het ene WSP hebben we een half jaar gesprekken gevoerd zonder dat er een kandidaat uitkwam – we liepen telkens tegen een muur op. Bij het andere WSP kregen we binnen een maand vijf kandidaten aangeboden, waarvoor ook nog subsidie beschikbaar was. Daar kwamen de twee kandidaten uit die nu gaan beginnen.’
Achter de façade
Bij het voeren van de gesprekken met social return-kandidaten viel nog iets anders op. Bijlsma: ‘Ze presenteren zich heel erg professioneel. Wij proberen daar dan toch doorheen te kijken en de mens achter de façade te ontdekken. Je hebt niet voor niets een achterstand tot de arbeidsmarkt. Dat mag er ook zijn. Wees jezelf.’